Mensen evolueren: enerzijds leren ze uit hun ervaringen, anderzijds moeten ze zich voortdurend aanpassen aan een werkomgeving die alsmaar sneller verandert. Moest persoonlijkheid een onwrikbaar harnas zijn, zouden we met z’n allen al snel in een doodlopend straatje belanden.
Anderzijds is het niet zo dat onze persoonlijkheid om de haverklap een bocht van 180° maakt. Mensen vertonen doorheen de jaren herkenbare gedragspatronen en wie vandaag een schuchtere meeloper is, ontpopt zich morgen niet tot een charismatische leider.
Bij diepere analyse van hertest-resultaten stellen we het volgende vast;
- Leeftijd; Hoe ouder mensen zijn, hoe stabieler de persoonlijkheid wordt.
- Schoolverlaters; De professionele persoonlijkheid van schoolverlaters wordt het eerste werkjaar gekneed en tot op zekere hoogte gestuurd door de n+1.
- Stabiele persoonlijkheid; Hoe hoger mensen scoren op de controle werkwoorden (Dicteren, Noteren en Sturen) hoe minder ze evolueren en/of zich aanpassen aan de werkomgeving.
- Stabiele omgeving; Wie doorheen de tijd dezelfde functie invult binnen hetzelfde bedrijf met dezelfde n+1, ontwikkelt een stabiele persoonlijkheid.
- Slingerbeweging; Mensen vertonen vaak een slingerbeweging, waarbij de eerste meting kan verschillen van de tweede, maar bij een derde meting blijkt de eerste dan weer de kop op te steken.
- Situationele werkwoorden; Mensen blijven doorheen de jaren stabiel op een aantal van de werkwoorden (harde kern van de persoonlijkheid) en schommelen op andere werkwoorden. Dit betekent dat mensen op bepaalde werkwoorden meer ‘evolutiespeling’ hebben dan op andere. Wanneer iemand 5 scoort op Ontvangen en een jaar nadien een 9, kan men concluderen dat zo iemand makkelijk ‘situationeel kan ontvangen’; naargelang de omstandigheden de ontvangstknop open of dicht draaien.
- Energie dimensies; Mensen evolueren vooral binnen de energie-dimensies, maar de dimensies zelf blijven vrij constant. Zo kan binnen de controle dimensie het accent verschuiven van directe controle (hoge score Dicteren) naar toekomstcontrole (hoge score Sturen) of binnen de extraverte dimensie kan Verkennen dalen, maar dan zien we Zenden stijgen. Kortom, de verhoudingen tussen introverte -, extraverte – en controle energie wijzigen minder.
- Andere courante ‘switches’;
- Van geschreven naar gesproken taal; Lager op Noteren, maar hoger op Zenden of Dicteren.
- Van vriendelijk naar meer direct; Lager op Zenden, maar Hoger op Dicteren waardoor de expressiescore gelijk blijft.