We ‘denken’ wanneer we langdurig ons hoofd pijnigen over wiskunde-oefeningen of chemische formules, maar ook wanneer we ons terugtrekken uit het hier en nu en fantaseren of piekeren.
Hoe hoger de score op Denken, hoe meer mensen plezier kunnen vinden in het oplossen van een theoretisch probleem of vraagstelling en hoe makkelijker ze omspringen met symbolen zoals muzieknoten, getallen en codes. Vaak ook houden ze dan van een klare lijn tussen wat waar en fout is en vinden ze houvast in het rationeel-logisch begrijpen van de wereld.
Job-opties: Doorgaans hebben mensen die hoog scoren ook wel echt behoefte aan een denkoefening in de job. Zolang je niet in een puur uitvoerende functie terecht komt, kom je echter al snel aan je trekken. Het denken helpt je ook vaak je eigen job interessanter te maken. De echte denkers vind je vooral binnen de softwareontwikkeling, technische – of financiële studie/bereken-omgevingen, als statisticus, en/of binnen de academische (filosofische) wereld…
Hoe lager de score op Denken, hoe liever mensen hun buikgevoel volgen en in het hier en nu met beide voeten op de grond bezig willen zijn. Ze verkiezen dan praktische uitdagingen boven theoretische en vertrouwen op hun ervaringsrijkdom. Een lage score zegt dus veel meer over de manier van denken (buikgevoel versus rationeel-wiskundig) dan over IQ. Anders gesteld, mensen kunnen geniaal zijn met een lage score op denken.
Job-opties: Alle functies waarbij het belangrijk is dat je met beide voeten op de grond blijft staan en vooral bezig bent met het hier-en-nu en zo zijn er veel meer dan pure ‘denkfuncties’. Indien je hogerop wil, moet je uiteraard wel ‘cijfers en grafieken’ kunnen lezen en die vergen een beetje ‘denk’-inspanning.
Wat maakt jou gelukkig?